Juridische aspecten bij het beëindigen van je relatie
WAT ALS JE GEHUWD BENT

Alimentatie

 

 

Alimentatie

Tussen echtgenoten bestaat de hulpplicht. Dit betekent dat zij elkaar het nodige moeten verschaffen, in eerste plaats in natura, maar als het niet anders kan, via een onderhoudsbijdrage.

Deze hulpplicht blijft bestaan tijdens een echtscheidingsprocedure, ongeacht wie schuld heeft aan de problemen.

De ex-echtgenoten kunnen op elk ogenblik een overeenkomst tot uitkering van alimentatie sluiten waarbij ze het bedrag ervan en de eventuele regels van herziening bepalen.
Bij de echtscheiding door onderlinge toestemming moeten de partijen het vraagstuk van de alimentatie in hun overeenkomst opnemen.
De alimentatie na echtscheiding wordt in principe wijzigbaar in geval van nieuwe omstandigheden onafhankelijk van de wil van partijen tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen.
Bij de opstelling van een overeenkomst over de alimentatie na echtscheiding, is het aangewezen je te laten adviseren en bijstaan door een advocaat.

Door de echtscheidingswet van 2007 (Wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding, BS 7 juni 2007) werd de problematiek van de uitkering losgekoppeld van het principe "winnen of verliezen". Het maakt dus normaal niet uit wie (hoofdzakelijk) aan de basis van de huwelijksproblemen ligt.

Wanneer echtgenoten omtrent de eventuele uitkering geen akkoord hebben gesloten, kan op verzoek van een partij, de rechter uitspraak doen.

De rechtbank van eerste aanleg (of het hof van beroep) kan de vraag beslechten in het echtscheidingsvonnis of –arrest, of kan beslissen eerst de echtscheiding af te werken en de zaak vervolgens voor de uitkering te behandelen (desgevallend via een afzonderlijke instaatstelling).

Wie kan een uitkering vorderen? Volgens de wetgever is dat de behoeftige echtgenoot. Dit betekent in de eerste plaats dat a priori geen van de echtgenoten wordt uitgesloten, beide echtgenoten kunnen dus beweren de behoeftige echtgenoot te zijn. Uiteindelijk zal de rechter oordelen of de eiser behoeftig is en wat vervolgens het bedrag van de uitkering zal zijn.
Slaagt de verweerder op alimentatievordering er echter in aan te tonen dat de alimentatieverzoeker een zware fout heeft begaan die de voortzetting van de samenleving onmogelijk heeft gemaakt, dan kan de rechtbank het verzoek om een uitkering weigeren.
Wie voor bepaalde strafrechtelijke feiten (huiselijk geweld) jegens de andere echtgenoot werd veroordeeld verliest zijn recht op onderhoudsuitkering.
De rechter begroot de uitkering in functie van de ‘staat van behoeftigheid’ van de uitkeringsgerechtigde (art. 301, § 3 en § 5 B.W.)

Wanneer partijen vrij het bedrag van de uitkering kiezen, begroten zij dit naar goedvinden. Wanneer  de rechter het bedrag van de uitkering moet vaststellen, zal hij de uitkering zo begroten dat ten minste de behoefte van de uitkeringsgerechtigde gedekt zal zijn. Niets belet dus dat de rechter meer toekent dan wat nodig is om aan de staat van behoeftigheid van de uitkeringsgerechtigde te verhelpen.
De rechtbank zal daarbij rekening houden met de inkomsten en de mogelijkheden van de echtgenoten en met de aanzienlijke terugval van de economische situatie van de onderhoudsgerechtigde. Niet alleen het daadwerkelijke inkomen van de onderhoudsgerechtigde telt, ook zijn mogelijkheden moeten in aanmerking worden genomen.
In geval er nieuwe omstandigheden zijn, kan het bedrag door de rechter aangepast worden.

De duur van de onderhoudsbijdrage is sinds de wet van 2007 in de tijd beperkt. Hoe langer het huwelijk, hoe langer de duur van de uitkering. De duurtijd van het huwelijk – en dus niet de duurtijd van de relatie of van de samenwoning – bepaalt de duur van de uitkering. De duur van de uitkering mag niet langer zijn dan die van het huwelijk. Korter is dus wel mogelijk, langer in beginsel niet.
Ingeval van buitengewone omstandigheden kan de rechtbank de termijn verlengen, indien de onderhoudsgerechtigde aantoont dat hij bij het verstrijken van de duur van de uitkering om redenen, onafhankelijk van zijn wil, nog steeds in staat van behoefte verkeert. In dat geval beantwoordt het bedrag van de uitkering aan het bedrag dat noodzakelijk is om de staat van behoefte van de onderhoudsgerechtigde te dekken.

Bij een nieuw huwelijk of nieuwe samenwoning van de echtgenoot die er recht op had, wordt de uitkering stopgezet.

terug
druk af